Op deze weblog van de juristen Ron Ritzen (JHS) en Mark Lemmens (Radboud Universiteit) vindt u berichten over juridische zaken die opmerkelijk krom zijn.

15 september 2009

Recht op privacy geldt in mindere mate voor politici

Politici dienen omwille van hun publieke functie meer inbreuken op hun privacy te tolereren dan menig ander burger dat hoeft te doen. Althans, zo staat de jurisprudentie er nu voor.
Deze rechterlijke opvatting is (opnieuw) actueel geworden nu een arrest van het gerechtshof in Den Bosch van vorig jaar onherroepelijk is geworden omdat de advocaat-generaal zijn cassatieberoep daartegen heeft ingetrokken.

Sterk vereenvoudigd is de casus als volgt: 'dwaze vader' Thoonen demonstreerde in september 2007 drie weekenden achter elkaar voor de woning van de gedeputeerde in Kaatsheuvel. De acties die hij daar voerde waren het sluitstuk van diverse pogingen om met de gedeputeerde in contact te komen. Thoonen, gescheiden vader die geen contact mag hebben met zijn zoon, wilde misstanden bij de jeugdzorg (de portefeuille van de gedeputeerde) onder de aandacht brengen.

Hij verzocht haar om het dossier over zijn situatie te bekijken. Helaas lukte het daabij keer op keer niet om een persoonlijke afspraak te maken. Ook werd Thoonen, ondanks toezeggingen dat dat wel zou gebeuren, niet terug gebeld. Daarop heeft hij besloten om de gedeputeerde thuis te bellen. Het nummer kreeg hij van een provinciemedewerker. Tijdens het telefoongesprek gaf gedeputeerde Van Haaften aan dat ze niet meer thuis gebeld wilde worden. Thoonen heeft dat daarna ook niet meer gedaan. Schriftelijk kondigde hij wel aan dat hij zich genoodzaakt zag om in actie te komen. Conform de regels (onder andere vastgelegd in de Wet Openbare Manifestaties) heeft hij zijn demonstraties in september 2007 iedere keer schriftelijk bij de gemeente gemeld. Het hof zegt er begrip voor te hebben dat Van Haaften de acties als onprettig heeft ervaren, maar vindt dat de pogingen van Thoonen om met haar in contact te komen op zichzelf niet onrechtmatig waren. Het Bossche hof beredeneert het als volgt:

'Het hof stelt voorop dat ook aan politici bescherming van de persoonlijke levenssfeer toekomt. De aard van hun werkzaamheden en de (publieke) belangen die zij behartigen, brengen echter mee dat zij in een hogere mate inbreuken op hun privéleven dienen te dulden dan personen die geen politieke functie uitoefenen.'

Het hof gaat daarin nog een stapje verder, want 'een dergelijke demonstratie is naar het oordeel (van het hof, M.L.) een geoorloofd -en overigens in onder meer artikel 9 Grondwet en artikel 11 EVRM verzekerd- middel om een bepaalde problematiek onder de aandacht van de politiek te brengen. Nu de demonstratievrijheid als een van de fundamentele waarborgen voor de democratie geldt, is voor het aanmerken als belaging van een op een politica als volksvertegenwoordiger gerichte demonstratie dan ook niet snel plaats.'

Aanvankelijk was het Openbaar Ministerie het niet eens met het oordeel van het hof en overwoog dan ook in cassatie te gaan, maar daar wordt nu dus van afgezien. Een feestdag voor de democratie omdat een vrijheidsrecht wordt aanbeden of een prima gelegenheid om een willekeurige politicus een tijdje te stalken met door uzelf weldoordachte standpunten? We merken het vanzelf.

Bronnen:
LJN: BG7134, Gerechtshof 's-Hertogenbosch, 20-001206-08
http://www.binnenlandsbestuur.nl/default.lynkx?tag=tcm:25-1033471