
Op de site Fok.nl verscheen een column van Driek Oplopers met de kop ‘Halsema moet dood’. De columnist riep op het huis van GroenLinks-fractievoorzitter Halsema “buitengewoon integer in de fik te steken”. Na korte tijd werd de tekst verwijderd en in een uitzending van Nova bood hij publiekelijk zijn excuses aan Halsema aan. De column, zo stelde hij, was enkel satirisch bedoeld en hij had nooit de bedoeling de politica (“dat wijf”) iets aan te doen.
Deze column was voor velen net een stap te ver, maar columnisten hebben juridisch gezien veel vrijheid hebben, bleek onlangs nog in de rechtzaak tegen columnist Scheepmaker. Hij schreef in een column in het studentenblad Havana dat “het sinds de nazitijd niet echt cool is om negatieve dingen te zeggen over Joden, maar soms snap ik best hoe het in 1937 allemaal zo ver heeft kunnen komen”. Begin juni van dit jaar boog de rechtbank zich hierover en zij vond deze uitspraak weliswaar beledigend, maar niet racistisch, want de columnist overschreed niet de grenzen van de vrije meningsuiting. Het Europees Hof van de Rechten van de Mens, zo stelde de rechtbank verder, benadrukt voortdurend dat de bescherming die in dit kader aan de pers moet worden geboden, van bijzonder groot belang is. Hoewel ook de pers de goede naam en rechten van anderen in ogenschouw dient nemen, heeft zij de cruciale functie informatie en ideeën van openbaar belang uit te dragen. Journalisten moet de ruimte worden gelaten te overdrijven en zelfs te provoceren. Bovendien ging het om een column. De columnist “heeft zich door zijn uitlatingen te doen in de vorm van een satirische column als het ware een uitzonderingspositie verschaft.” In columns mag er, meer nog dan in andere soorten teksten, sprake zijn van “overdrijving, scherpte en ridiculisering”, aldus de rechtbank.Columnisten maken van die vrijheid dan ook driftig gebruik. Prof. Etty, die onlangs de Anne Vondelingprijs kreeg voor haar heldere analyses van de politiek, schreef in een column dat de politici van de ChristenUnie geen rationele en humaan denkende mensen zijn. Het zijn fanaten, fundamentalisten en tirannen. Prof. Tonkens, voormalig lid van de Eerste Kamer, stelde dat Wouter Bos en in zijn kielzog de PvdA psychiatrische patiënten zijn en dat hun gedrag duidt op het borderline-syndroom. Ook iemand als emeritus-hoogleraar Arnold Heertje (VU) schrijft bijna geen column meer, waarin één of meerdere personen als dom (“een groot intellectueel tekort”) worden weggezet, en bijna altijd zonder nadere inhoudelijke argumentatie. Prof. Ellian beschuldigde onlangs schrijfster Lulu Wang – onterecht - van leugens en eindigde zijn column met ‘eens Chinees, altijd Chinees’. En prof. Ramadan (Erasmus Rotterdam) is volgens Ellian een leugenaar. Een slechte leugenaar.
Wat is mis met deze scheldpartijen? Er ontstaat een paradoxale situatie dat de vrijheid van meningsuiting feitelijk gebruikt wordt om diezelfde vrijheid, maar dan van anderen, te beperken door het hanteren van verbaal geweld. Wie die vrijheid op deze wijze invult, parasiteert op dit grondrecht waardoor de rechtsstaat uiteindelijk geschaad wordt.
(Een uitgebreide versie is eerder verschenen in: Filosofie (18) 5, 2008, pp. 47-51)
.