Het Europese Hof in Straatsburg heeft zich onlangs uitgelaten over de vraag of een politicus mag worden bestraft als hij zich discriminerend uitlaat. In de (fantastische) rubriek ‘de uitspraak’ van NRC-redacteur Folkert Jensma wordt aan deze kwestie aandacht geschonken.
Het ging om de Waalse parlementarier Daniel Feret. Hij is een omstreden figuur in België: de geschorste arts is de voorzitter van het Front National en lid van het parlement.
Feret werd eind 2006 door hoogste Belgische instantie veroordeeld omdat hij teksten had verspreid waarin asielzoekers werden weggezet als profiteurs. Hij werd veroordeeld tot een taakstraf van 250 uur. Deed hij dit niet, dan kon hij alsnog tien maanden de cel in. Bovendien mocht hij tien jaar lang niet meedoen aan de verkiezingen. Hij mocht noch kiezen, noch zich kandidaat stellen. In 2002 werd zijn parlementaire onschendbaarheid al opgeheven.
De rechter motiveerde het vonnis als volgt. Zijn pamfletten waren in strijd met een wet uit 1981 waarin racisme en vreemdelingenhaat strafbaar zijn gesteld. Bovendien is het schrijven van pamfletten niet het gewone werk van een parlementarier.
In de gewraakte flyers bepleit Feret het repatrieren van immigranten en het voeren van een voorkeursbeleid voor Belgen en Europeanen. De asielcentra moeten opvangcentra voor eigen daklozen worden en inburgeringsprojecten moeten worden stopgezet. ‘Niet-Europese werklozen’ moeten worden uitgezet. Tevens zou de vestiging van niet-Europeanen verhinderd moeten worden. Het Belgische volk moet worden beschermd tegen de ‘gevaren van de veroveringslustige Islam’.
Feret is het niet eens met die beslissing. Hij is van mening dat het Belgische vonnis in strijd is met art. 10 EVRM: het zou een inbreuk zijn op zijn recht om zich vrij te mogen uiten.
De Europese rechters, d.w.z. vier tegen zeven rechters, lieten het Belgische vonnis in tact. “Politieke toespraken (’les discours politiques’) die aanzetten tot haat op basis van religieuze, etnische of culturele vooroordelen zijn een gevaar voor de sociale vrede en politieke stabiliteit van democratische staten”, aldus de rechters. Het is van “cruciaal belang dat politici die zich in het openbaar uiten meningen vermijden die intolerantie aanmoedigen. Het aanbevelen in immigratiekwesties van oplossingen zoals rassendiscriminatie bevordert waarschijnlijk sociale spanningen en ondermijnt het vertrouwen in democratische instellingen. In dit geval was er een dringende maatschappelijke noodzaak om de belangen van de immigrantengemeenschap te beschermen, zoals de Belgische rechter deed.”
Drie rechters stemden tegen. Tien jaar ontzetting uit de kiesrechten vinden zij disproportioneel, want het ging louter om “speculatieve gevaren”. De vrijheid van meningsuiting wordt op deze wijze opgeofferd aan het anti-discriminatiebeleid. En de uitspraken stammen van een partij die zelf niet is verboden. Maar ook los hiervan is er geen ‘dringende reden’ om een politiek debat in te perken. Feret heeft bijvoorbeeld nooit tot geweld opgeroepen.
De uitspraak is gedaan in de Kleine Kamer, waaraan 7 rechters deelnamen. Het is dus afwachten of dit de definitieve uitspraak zal zijn. In Nederland wordt deze uitspraak met belangstelling gevolgd vanwege de rechtzaak tegen Wilders, wiens ideeën enigszins overeenkomen met die van Feret.
.
Op deze weblog van de juristen Ron Ritzen (JHS) en Mark Lemmens (Radboud Universiteit) vindt u berichten over juridische zaken die opmerkelijk krom zijn.